Waterkeringbeheerders moeten zich bij de visie en het beleid houden aan wet- en regelgeving. Deze pagina geeft een overzicht van kaders die van toepassing zijn op het beheer van de grasbekleding.
We beginnen met het Wettelijk Beoordelingsinstrumentarium 2017 en een korte terugblik op de voorganger VTV2006. Daarna komen de algemene kaders, waarbij we landelijke, regionale en overige kaders onderscheiden. De waterwet en zorgplicht werken we iets meer uit.
De waterkeringbeheerder beschikt over verplichte beheerinstrumenten: de keur, legger en beheerregister. We benoemen aan het eind kort de directe relatie met de grasbekleding.
Het Wettelijk beoordelingsinstrumentarium 2017 (WBI2017) is het fundament van deze Handreiking. Het bepaalt de wijze van beoordeling voor de primaire waterkering en de erosiebestendigheidseis voor grasbekleding.
Het instrumentarium bestaat uit de regeling Veiligheid primaire keringen 2017, de toelichting en de drie bijlagen. In de bijlagen wordt de procedure voor de beoordeling beschreven, de methode om de hydraulische belastingen af te leiden en staan de rekenregels. Bij het WBI2017 horen schematiseringshandleidingen. De Schematiseringshandleiding Grasbekleding beschrijft de samenhang tussen data verzamelen, schematiseren, berekenen en interpreteren. Schematiseren is de vertaalslag van de gegevens over de waterkering naar invoer voor de te gebruiken rekenmodel waarmee de toets wordt uitgevoerd. Gegevens kunnen metingen uit het veld of het laboratorium maar kunnen ook kennis, ervaring e.d. betreffen.
In de Fenomenologische Beschrijving staat de beschrijving van de belangrijkste faalmechanismen die in het kader van de toetsing van primaire waterkeringen moeten worden beoordeeld. Per faalmechanisme wordt het totale faaltraject van initiatie tot falen van de waterkering beschreven. Hoofdstuk 7 daarin gaat over het falen van gras. Een samenvatting daarvan staat in deze Handreiking op de pagina faalmechanismen. Zie verder ook de pagina over beoordeling.
Het voorgaande instrumentarium bestond uit de Voorschriften Toetsen op Veiligheid primaire waterkeringen uit 2006 (VTV2006).
In katern 8 over grasbekleding werd meer nadruk gelegd op vegetatietypen en beheervormen.
Ook de wijze van beoordelen was anders.
Welke categorieën waterkeringen kent de wetgeving?
De primaire waterkeringen bieden bescherming tegen overstromingen vanuit de zee, de grote meren en de grote rivieren, het zogenoemde buitenwater. Deze primaire waterkeringen zijn in beheer bij water-/hoogheemraadschappen of bij Rijkswaterstaat en zij zijn er voor verantwoordelijk dat de keringen (blijven) voldoen aan deze belangrijke functie. Naast de primaire waterkeringen zijn er regionale waterkeringen. Dit is een verzameling van niet-primaire waterkeringen, zoals boezemkades, compartimenteringskeringen en waterkeringen langs kanalen en regionale rivieren, meren. De regionale keringen zijn over het algemeen in beheer bij water-/hoogheemraadschappen. Naast duinen en kunstwerken bestaat het grootste deel van de waterkeringen uit gronddijken die soms bekleed zijn met een harde bekleding.
Overige waterkeringen (geen link beschikbaar) worden door de waterkeringbeheerder zelf aangewezen, maken vaak deel uit van het watersysteem en beschermen tegen wateroverlast. De waterkeringenbeheerder is hier zelf voor verantwoordelijk.
Door deze indeling valt maar een deel van de waterkeringen onder het toezicht van de minister en is ook het WBI2017 niet overal van toepassing op de grasbekleding.
Categorie waterkering | Toezicht | WBI2017 van toepassing? |
Primaire | Minister (o.b.v. waterwet) | Ja |
Regionale | Provincies (o.b.v. provinciale verordening) | Nee |
Overige | Waterkeringbeheerder | Nee |
Ondanks de verschillen in categorieën en typen waterkeringen of beheerders, is het mogelijk in algemene zin te beschrijven hoe beleidsmatig naar de grasbekleding wordt gekeken.
In onderstaande tabel staan de belangrijkste kaders en de relevantie voor de grasbekleding.
CONTEXT | NAAM KADER EN HYPERLINK (INDIEN BESCHIKBAAR) | RELEVANTIE VOOR GRASBEKLEDING |
Europees | Europese vogel- en habitatrichtlijn | Aanwijzen beschermingszones ten behoeve van Natura 2000-netwerk. Vaak aangrenzend aan- of deel van de waterkering. |
Europees | Natura 2000 | In Natura 2000-gebieden worden bepaalde diersoorten en hun natuurlijke leefomgeving beschermd om de biodiversiteit te behouden. |
Landelijk | Waterwet | Bepaalt de waterkeringbeheerder en de zorgplicht. |
Landelijk | Zorgplicht | Bepaalt dat de bekleding moet worden geïnspecteerd en onderhouden, dat processen moeten zijn ingericht en gegevens worden beheerd. |
Landelijk | Waterschapswet | Bepaalt o.m. dat de waterkeringbeheerder moet beschikken over een keur en legger. |
Landelijk | Omgevingswet | Hierin zijn veel oude wetten opgegaan, waaronder de Wet Natuurbescherming. |
Landelijk | Keur | Bepalingen over de ge- en verboden (bemesting) en de onderhoudsplicht van eigenaren. |
Landelijk | Legger | Ligging, afmeting en constructie van de waterkering, ligging grasbekledingsvakken. Bepalingen onderhoudsplicht eigenaren. |
Landelijk | Ontwerpinstrumentarium | Aanbevelingen bij het ontwerpen van keringen conform de overstromingskansbenadering. |
Landelijk | Gedragscode Flora en Faunawet voor waterschappen | Code voor het uitvoeren van bestendig beheer en onderhoud in het kader van de Wet natuurbescherming. |
Landelijk | Digigids | Kwaliteitscatalogus met schadebeelden voor grasbekleding en bijhorende definities. |
Landelijk | Handreiking Inspectie waterkeringen 2012 | Standaard voor inspectieplan en – wijze. |
Landelijk | Handreiking Risicogestuurd Beheer en Onderhoud 2018 | Decompositie van waterkeringen en benadering risicogestuurd onderhoud. |
Landelijk | Handreiking NEN-2767 voor waterkeringen 2021 | Deze handreiking beschrijft de achtergrond en het gebruik van NEN 2767 conditiemeting voor het gestandaardiseerd inspecteren van waterkeringen |
Provincie | natuurbeheerplannen | aanwijzen leefgebieden flora en fauna (open grasland – droge dooradering – natte dooradering) |
Gemeente | Gemeentelijke structuurvisie | Ambitie groenstructuur binnen de gemeente grenzen |
De Waterwet stelt eisen met betrekking tot dijkaanleg, – verlegging en –verbetering van primaire keringen. Waterkeringbeheerders zijn verplicht om een periodieke beoordeling (verslag uitbrengen eens per 12 jaar) op de veiligheid van hun waterkeringen uit te voeren. Deze beoordeling van waterkeringen en hun grasbekleding wordt op basis van het Wettelijk Beoordelingsinstrumentarium (WB2017) uitgevoerd. De grasbekleding moet bescherming bieden aan de waterkering zodat deze kan voldoen aan de veiligheidsnorm.
Meer over de waterwet.
De zorgplicht houdt in dat de beheerder de wettelijke taak (artikel 5.3 Wtw.) heeft om de primaire kering aan de veiligheidseisen te laten voldoen en voor het noodzakelijke beheer en onderhoud te zorgen. Voor het beoordelen van de wijze waarop de waterkeringbeheerder de zorgplicht invult, hebben de beheerders basiseisen en inrichtingseisen opgesteld.
De waterkeringbeheerder moet de kering regelmatig inspecteren om te beoordelen of de fysieke toestand van de kering nog in overeenstemming is met de (ontwerp)eisen. Als de fysieke toestand van de kering door bijvoorbeeld (storm)schade niet meer voldoet aan de (ontwerp)eisen dan moet de beheerder de nodige onderhouds- en herstelmaatregelen treffen. De waterkeringbeheerder beschrijft de inspectie en de onderhoudsmaatregelen in plannen waarbij een risicoanalyse hoort. Grasbekleding moet daarom een onderdeel zijn van deze plannen.
Het Kader voor de Zorgplicht heeft het karakter van een doelvoorschrift. De beheerder is zelf verantwoordelijk voor de inrichting en de uitvoering van de activiteiten van de zorgplicht en moet daar intern toezicht op te houden. De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) houdt toezicht op de uitvoering van de zorgplicht.
Meer informatie over de zorgplicht. Het kader, de basiseisen en de toelichting op de basiseisen beschrijven uitvoerig welke eisen de toezichthouder stelt.
Zie ook het menu Bedrijfsvoering.
Waterschappen hebben op basis van artikel 59 lid 1 en artikel 78 lid 1 Waterschapswet een verordende bevoegdheid. Deze beheerverordening van waterschappen heet de Keur. In de Keur staan de regels (met name geboden en verboden) die een waterschap gebruikt bij de bescherming van onder andere waterkeringen, watergangen en bijbehorende kunstwerken. De Modelkeur 2013 van de UvW beschrijft in Hoofdstuk 2 wie onderhoudsplichtige van de waterkering is, dus wie de grasbekleding onderhoudt.
Artikel 2.2 Gewoon onderhoud
De onderhoudsplichtigen van waterkeringen dragen te allen tijde zorg voor een goede toestand van de waterkeringen door onder andere het bestrijden van schadelijk wild, met uitzondering van muskus- en beverratten, en van schadelijke begroeiingen, het herstellen van beschadigingen en het in stand houden van begroeiingen en materialen, dienstig aan de waterkering.
Ook beschrijft de Modelkeur in een vrij te kiezen (facultatieve) module dat het waterschapsbestuur een schouw kan laten uitvoeren. Daarmee heeft het waterschap een extra instrument om de onderhoudsplichtigen aan te spreken op het uitvoeren van het onderhoud aan de grasbekleding.
Meer achtergrondinformatie over de keur.
De waterkeringbeheerders zijn verplicht om voor de waterstaatwerken die zij in beheer hebben een Legger vast te stellen en bij te houden (artikel 5.1 Wtw) om aan te geven waar de Keur van toepassing is. In de legger zijn de waterstaatswerken (ligging, vorm, afmeting en constructie) binnen het gebied van het waterschap opgenomen. In de legger voor waterkeringen staan onder andere de (toekomstige)zones van de primaire en regionale keringen.
Het waterschap kan in de legger verdere bepalingen opnemen over de onderhoudsplicht.
Meer informatie over de legger.
Eén van de basiseisen van de zorgplicht schrijft een beheerregister voor. Geen enkele waterkeringbeheerder heeft één register waarin alle gegevens van de waterkeringen zijn opgenomen. Het beheerregister bestaat uit een verzameling van databases met daarin informatie over o.a. visie, functie(eisen) en streefbeelden, inspectiegegevens en onderhoud: