Skip to main content

Gemiddeld aantal soorten per beheertype

Een stabiel beheer leidt tot een vegetatie waarbij meer of minder soorten voorkomen. Relaties hiertussen kun je slechts voorzichtig gebruiken vanwege de standplaatsomstandigheden.

De dijkvegetatie bestaat meestal voornamelijk uit grassen maar kan ook een aanzienlijk aandeel aan kruiden bevatten. Het aantal plantensoorten (grassen + kruiden + mossen) in een proefvak van 25 m2 kan variëren van 5 tot 65. Tijdens de monitoring van de dijken van Waterschap Rivierenland [Liebrand, 2014] zijn in een proefvak van 25 m2 zandig talud met hooilandbeheer 65 plantensoorten aangetroffen: 13 soorten grassen en 52 soorten kruiden. In bemest weiland en in gazons worden soms slechts 5 plantensoorten aangetroffen. In figuur 001 is het gemiddeld aantal soorten per beheertype weergegeven zoals is aangetroffen in de 1200 proefvakken van Waterschap Rivierenland. Hierbij moet opgemerkt worden dat het aantal soorten het resultaat is van een samenspel van biotische, abiotische en beheerfactoren. De onderhoudsvorm 1x maaien komt bijv. alleen voor op schrale zandige taluds.

Figuur 001. Gemiddeld aantal soorten per beheervorm met (95% betrouwbaarheidsgrenzen).
Figuur 001. Gemiddeld aantal soorten per beheervorm met (95% betrouwbaarheidsgrenzen).

Verklaring beheervorm:

  • 1xM+a-1: 1x maaien en afvoeren
  • 2xM-a: 2x maaien zonder afvoeren
  • 2xM+a: 2x maaien met afvoeren
  • gazon: gazonbeheer
  • 2xWs: wisselbeweiding met schapen
  • Wext-s: extensieve beweiding met schapen
  • Wint-s: intensieve beweiding met schapen
  • 2xW: beweidemn met jongvee
  • 2xWk: beweiden met koeien