Zelf zaden (laten) winnen kan van belang zijn voor het behoud van soorten of bepaalde genen binnen een soort.
Kruidenrijkdom kan ook worden bevorderd door zelf van geschikte dijkvegetatie in de omgeving zaad te winnen en het nieuwe talud daarmee in te zaaien. Omdat soortenpopulaties van verschillende locaties genetisch kunnen verschillen moet weloverwogen worden gewerkt [Fliervoet, 1992]. Het (grootschalig) oogsten van zaad in eigen beheer vraagt veel deskundigheid en tijd. Het is bijvoorbeeld nodig om op verschillende tijdstippen terug te komen om verschillende zaden te winnen. Machinaal is dit op taluds vrijwel onmogelijk en handmatig is dit tijdrovend.
Wel is het een overweging om bepaalde icoonsoorten in het eigen gebied te behouden. Win in het seizoen voorafgaand aan de dijkverbetering zaden in van specifieke plantensoorten uit de dijkvegetatie en gebruik deze zaden voor inzaai of doorzaai na de dijkverbetering. De kans is groot dat een groot aantal soorten uit de oorspronkelijke dijkvegetatie terugkeert op het nieuwe talud en op deze wijze behouden blijft. Het succesvol inwinnen en opslaan vraagt kennis, schakel hiervoor (het advies van) een professional in.
De beheerder kan overwegen een kraamkamer voor soorten aan te leggen: een talud of berm die als bron wordt beheerd. Let er wel op dat er jaarlijks voldoende zaad overblijft voor een evenwichtige bronlocatie. Zie ook hotspots.
Het is ook mogelijk om tijdens het ontwikkelingsbeheer door hooitransplantatie zaden toe te voegen.