Skip to main content

Traditioneel mengsel grasbekleding

Vanouds worden de mengsels D1 (beweiden) en D2 (maaibeheer) gebruikt. Deze mengsels leveren doorgaans snel een gesloten grasmat, maar kunnen ook weinig ruimte laten voor soortenrijkdom.

De Delta (D) zaadmengsels zijn al tientallen jaren standaard graszaadmengsels voor de inzaai of doorzaai op dijken. De exacte samenstelling is nooit strikt omschreven waardoor er enige variatie bestaat tussen pakketten die leveranciers aanbieden.

  • D1 voor beweiding.
  • D2 voor hooiland beheer.

Twee noten hierbij:

  • Ad D1: Bij omstandigheden met matige grasgroei kan Witte klaver bij veelvuldig maaien soms te sterk concurreren met gras en dan een te grote plaats innemen.
  • Ad D2: Dit mengsel komt wat trager op, heeft een goede standvastigheid en middelhoge begroeiing [Fliervoet, 1992]. De theorie dat het D2 mengsel leidt tot een diepere doorworteling, wordt ondersteund door een analyse van de potentiële doorworteling. Een groter aandeel van Rood zwenkgras kan leiden tot een doorworteling die ca. 5 cm verder de bodem ingaat. Daar staat tegenover dat Rood zwenkgras tot dominantie kan leiden en latere vestiging van andere soorten tegenwerkt.

Doorgaans bevatten de mengsels een hoog aandeel Engels raaigras (Lolium perenne) voor een snelle ontwikkeling van de grasmat en Rood zwenkgras (Festuca rubra) dat dieper wortelt in de toplaag. Ook is Veldbeemdgras (Poa pratensis) goed vertegenwoordigd in de mengsels. Bij een geringe voedselrijkdom zal het Engels raaigras verdrongen worden door het Rood zwenkgras [Grasgids 2019]. De samenstelling van de mengsels verschilt ook voor variëteiten die per soort gebruikt worden. Voor Engels raaigras bestaan al tientallen varianten, toegespitst op specifieke landbouwkenmerken.

Het is raadzaam de leverancier nadere specificatie van deze mengsels voor dijken mee te geven:

  • Voor dijkpercelen met agrarisch gebruik: vraag de leverancier.
  • Voor soortenarme of soortenrijke dijken: varianten met een snelle kieming en vestiging, goede doorworteling, niet rijk aan eiwitten, lage biomassa, niet dominant in de ontwikkeling, geen polvormer, droogtebestendig.

De standaard mengsels D1 en D2 leveren een relatief snel positief resultaat op in de vorm van een relatief goede bedekking en kunnen dus prima volstaan als inzaaimengsel in september. De soorten ontwikkelen zich op korte termijn voldoende en hebben ook op langere termijn een goede erosiebestendigheid. De doorworteling in de zode zal beperkt zijn het eerste winterseizoen, maar er zijn sowieso weinig soorten in staat in deze korte periode een uitgebreid en krachtig wortelstelsel te ontwikkelen. Op lange termijn kunnen andere gras- en plantensoorten deze D1- en D2-soorten vervangen of terugdringen.

Alternatieven zijn het mengsel BTK 1100 (snelle vestiging), BG5 (snelle bodembedekking en klaver t.b.v. stikstof), BG11 (ook snelle bedekking en moeilijkere omstandigheden op veengrond en zware kleigrond) en diverse grassen-kruidenmengsels die worden aangeboden door verschillende leveranciers. BG5 en BG11 hebben voor dijken een lagere standvastigheid (droogteresistentie) [Hazebroek&Sprangers, 2002].

Op de pagina Karakteristieken van veel gebruikte grassen is beknopte informatie over onderstaande veel gebruikte standaard soorten te vinden.

D1 (weide)

veel voorkomende samenstelling

D2_(hooi)

veel voorkomende samenstelling

BG11

(info Barenbrug)

BG5

(info Barenbrug)

BTK 1100

(info Barenbrug)

40% Engels raaigras (voedertype)

25% Veldbeemdgras

15% Roodzwenk – fijn

10% Roodzwenk – fors

10% Witte klaver

10% Engels raaigras

30% Veldbeemdgras

30% Roodzwenk – fijn

30% Roodzwenk – fors

36% Engels raaigras diploïd – laat

33% Engels raaigras diploïd – middentijds

3% Veldbeemd

14% Timothee hooitype*

14% Beemdlangbloem*

Engels raaigras laat doorschietend – diploïd

Engels raaigras middentijds doorschietend – diploïd

Veldbeemdgras

Witte weideklaver

Witte cultuurklaver Timothee weidetype*

Timothee hooitype*

Beemdlangbloem*

15% Westerwolds raaigras

20% Veldbeemdgras

10% Roodzwenk – gewoon

50% Roodzwenk – fors

5% Gewoon struisgras*

*soorten die niet tot standaard D1 of D2 horen.

Als uitbreiding op de traditionele mengsels is een advies voor soortenrijk dijkenmengsels ontwikkeld.